Waar zijn vetafscheiders voor nodig?
Volgens de voorschriften moet u een vetafscheider gebruiken als u een gastronomisch, voedselverwerkend of soortgelijk bedrijf exploiteert en daar vet afvalwater wordt geproduceerd.
Als u het afvalwater niet scheidt, ontstaan er hardnekkige en stinkende afzettingen in het afwateringssysteem, die extreem moeilijk te bestrijden zijn.
In dit geval moet u naast een boete ook rekening houden met grote financiële schade vanwege verstopte leidingen, corrosie en functiestoringen in zuiverings- en opvoerinstallaties.
Wanneer hebt u een vetafscheider nodig?
Om deze deels zwaarwegende gevolgen te voorkomen, worden vetafscheiders die voldoen aan DIN EN 1825 en DIN 4040 voorgeschreven.
Afscheidersystemen voor vet moeten in elk geval worden gebruikt als vetten en oliën van plantaardige of dierlijke oorsprong uit het afvalwater moeten worden verwijderd. Dit geldt voor commerciële en industriële bedrijven, zoals:
- (Bedrijfs)keukens en grootkeukens, zoalsrestaurants, en hotels;
- Wegrestaurants en kantines;
- Slagerijen met en zonder slachterij;
- Slachthuizen;
- Botten- en lijmziederijen;
- Zeep- en stearinefabrieken;
- Oliemolens;
- Spijsolieraffinaderijen;
- Conservenfabrieken.
Welke nominale grootte heb ik nodig?
Welke nominale grootte vetafscheider voor u de juiste is, hangt af van veel verschillende factoren. Zo moet er naast de hoeveelheid geproduceerd afvalwater met vele verzwarende factoren rekening worden gehouden.
Onze ontwerptool SmartSelect voor vetafscheiders helpt u om het juiste product te vinden: u beantwoordt een aantal vragen, waarna volledig automatisch de berekening wordt uitgevoerd. Zo vindt u in een handomdraai de beste oplossing.
Stabilisatie
Het verontreinigde afvalwater wordt door de vetafscheider geleid, waar de stroomsnelheid door een keerschot wordt verlaagd.
Sliblaag
In het reservoir, waar het water langzamer stroomt, zinken de zwaardere stoffen naar de bodem. Deze stoffen komen in de slibvang terecht.
Vetlaag
Vetten en oliën drijven naar boven en vormen daar een vetlaag die niet meer bij de toevoer en uitloop kan komen.
Van conventionele tot praktische ledigingsvarianten.
Vetafscheiders moeten regelmatig compleet worden geleegd om achtergebleven afvalstoffen te verwijderen. We bieden onze vetafscheiders met verschillende ledigingsvarianten aan. De mogelijkheden variëren van het openen van het reservoir tot een volautomatische zuigleiding.
Ledigingsvarianten | Auto Mix & Pump | Mix & Pump | Auto Mix | Mix | Direct | Standard |
---|---|---|---|---|---|---|
Directe lediging De lediging verloopt via de zuigleiding; er hoeven geen onhygiënische slangen door het gebouw te worden getrokken. | ||||||
Geen vrijkomende geurtjes Het schredder-mix-systeem zorgt voor geurloze lediging en reiniging. | ||||||
Centrale besturing Het schredder-mix-systeem en de vulvoorziening kunnen door een besturingskast worden aangestuurd. | ||||||
Ledigingspomp Voor inbouwsituaties waarbij het ledigingsvoertuig niet meer kan afzuigen. | ||||||
Volautomatisch De lediging en het spoelen gebeuren volledig automatisch en programmagestuurd. |
DIN EN 1825-2 schrijft voor: “Voor zover niet anders is voorgeschreven, moeten slibvangers en afscheiders eens per maand, bij voorkeur elke twee weken, worden geleegd, schoongemaakt en opnieuw met schoon water worden gevuld.”
Ook DIN 4040-100 schrijft voor dat de slibvanger en afscheider minimaal eens per maand moeten worden geleegd. Uit ervaring blijkt echter dat de slibvang en vetafscheider vaak ook met langere ledigingscycli voldoende opslagcapaciteit kunnen behouden. De doorslaggevende factor is de dikte van de vetlaag.
De automatische laagdiktemeter SonicControl met ultrageluidsensor kan de temperatuur en vetlaagdikte in vetafscheiders exact bewaken.
Exploitanten kunnen de werkelijke vet aangroei zo tegenover controlerende instanties bewijzen en de nodige ledigingscycli buiten de norm optimaliseren.
Let op: strengere grenswaarden!
Bij het gebruik van vetafscheiders toont het afvalwater in de afvoer een restwaarde lipofiele stoffen van ca. 300 mg/l. Als gemeentes een grenswaarde onder 300 mg/l eisen, is een biologische nabehandeling met een Bifena-systeem nodig.
Biologische nabehandeling met een Bifena-systeem
Wat is voor u de beste inbouwvariant?
Moet de vetafscheider vrij worden opgesteld? Ga dan voor “free”. Moet hij ondergronds worden ingebouwd? Dan is “ground” het sleutelwoord. Of u nu weinig ruimte hebt, de ruimte moeilijk toegankelijk is, de installatie achteraf moet worden geplaatst of er andere beslissende factoren spelen: onze verschillende inbouwvarianten zijn het antwoord op uw specifieke situatie.